Wilt u meer weten over dit bericht?
Neem dan contact op met
Arnold Groeneveld
23 september 2015
23 september 2015
Met de invoering van de Aanbestedingswet 2012 is de omzeteis van het toneel verdwenen. In plaats daarvan wordt, om de financiële draagkracht van een onderneming te kunnen vaststellen, vaak om de solvabiliteitsratio gevraagd. Recent oordeelde de Rechtbank Oost-Brabant (NL:RBOBR:2015:4427) dat bij het vaststellen van dat ratio een lening van een moedermaatschappij alleen meetelt als het een achtergestelde lening betreft. Zie ook een recent bericht in Cobouw hierover.
Op zich is het goed dat er nu (meer) duidelijkheid is over de wijze waarop de solvabiliteitsratio moet worden bepaald. Naar de overtuiging van ZRi is een solvabiliteitsratio echter ongeschikt om, in het kader van een aanbesteding, de financiële draagkracht van een onderneming vast te stellen. Ten eerste zijn bedrijven op diverse uiteenlopende manieren gefinancierd (denk aan familiebedrijven vs. beursgenoteerde ondernemingen) met verschillende ratio’s tot gevolg, zonder dat de draagkracht echt anders is. Ten tweede zijn vaak slechts de ratio’s van het afgelopen (boek)jaar beschikbaar. Een onderneming anno 2015 beoordelen op basis van ratio’s uit 2014 heeft geen tot nauwelijks nut. Een studie van ZRi liet zien dat bedrijven waarvan ondertussen bekend is dat deze failliet zijn, betere ratio’s over het afgelopen boekjaar kunnen overleggen dan bedrijven die nog steeds bestaan.
Kortom, het is mooi dat er (meer) duidelijkheid is over de wijze waarop de solvabiliteitsratio moet worden bepaald, maar echt nuttig is het niet.
Neem dan contact op met
Arnold Groeneveld
Neem dan contact op met
Arnold Groeneveld
Balistraat 1
2585 XK Den Haag