De nieuwe drempelwaarden voor Europese aanbestedingen voor 2026 – 2027 zijn bekendgemaakt. De nieuwe drempelwaarden zijn:

Klassieke overheid
Leveringen en diensten – Rijksoverheid:
Oud (2024 - 2025): € 143.000 | Nieuw (2026 - 2027): € 140.000
Leveringen en diensten – overige aanbestedende diensten:
Oud (2024 - 2025): € 221.000 | Nieuw (2026 - 2027): € 216.000
Werken: Oud (2024 - 2025): € 5.538.000 | Nieuw (2026 - 2027): € 5.404.000

Per 2024 stegen de drempelbedragen nog wel, maar minder snel dan de prijsstijgingen. Dat betekende dus eigenlijk een daling, zie ook Drempelwaarden dalen verder. Met de nieuwe drempelbedragen wordt dat effect alleen maar groter. Hoewel de prijsstijgingen wat afgevlakt zijn, is nog wel steeds sprake van prijsstijgingen. En nu dalen de drempelbedragen. Aanbesteden is prima, maar de doelmatigheid is naar ons oordeel gebaat bij hogere drempelbedragen. Enkele uitzonderingen daargelaten, bijvoorbeeld bij heel bijzondere en complexe werken heel ver boven de drempel, zijn alle Europese aanbestedingen van werken bijvoorbeeld een zuiver nationale aangelegenheid. Het verhogen van de drempel voor werken naar pak ‘m beet € 100 mln. zal waarschijnlijk niet of nauwelijks iets veranderen aan de mededinging. We kunnen het verschil maken met beter aanbesteden, niet met meer aanbesteden.

De drempelbedragen worden nu nog vastgesteld op basis van de gemiddelde dagwaarde van de Euro. Het vaststellen van de nieuwe drempelbedragen is dus een louter rekenkundige exercitie. Het zou goed zijn als die formule wordt aangepast bij de herziening van de aanbestedingsrichtlijnen, waar thans aan wordt gewerkt. Het meenemen van prijsstijgingen, bijvoorbeeld in de vorm van de gemiddelde inflatie in de EU, zou een goede eerste stap zijn.

Wil je hier meer over weten? Vraag Arnold Groeneveld.

• DEEL OP